“s Morgens ben ik het liefst alleen, ik wil een paar uur voor mezelf. Later op de dag heb ik behoefte aan anderen. Een week teruggetrokken leven, in mijn eentje, doet mij erg veel deugd. Maar aan het einde van zo'n week kan ik meestal niet snel genoeg bij mijn geliefden zijn.

De wankeling tussen het verlangen om samen te vallen met de ander en te verdwijnen in hem of haar enerzijds, en het verlangen naar autonomie en dus naar scheiding van hem of haar anderzijds, zit ingebakken in wie wij zijn.”

出自Paul Verhaeghe 《Intimiteit》

“s Morgens ben ik het liefst alleen, ik wil een paar uur voor mezelf. Later op de dag heb ik behoefte aan anderen. Een week teruggetrokken leven, in mijn eentje, doet mij erg veel deugd. Maar aan het einde van zo'n week kan ik meestal niet snel genoeg bij mijn geliefden zijn.

De wankeling tussen het verlangen om samen te vallen met de ander en te verdwijnen in hem of haar enerzijds, en het verlangen naar autonomie en dus naar scheiding van hem of haar anderzijds, zit ingebakken in wie wij zijn.”